De nasleep van de aardbeving en een authentieke trek door het westen van Nepal

De nasleep van de aardbeving

Op het moment van de aardbeving besefte ik niet hoe groot de gevolgen ervan zouden zijn. Langzaam sijpelde het nieuws binnen. Eerst zouden er twee doden zijn, toen honderd. Nu zijn het er meer dan 8000. Verwacht wordt dat het aantal zal stijgen tot 15000. Je wilt hier zo graag iets doen, maar je weet niet waar te beginnen. Wij hebben medicijnen gekocht en wat geld gegeven. Toch blijft het knagen dat we niet meer voor de mensen hier kunnen doen. We hebben mensen gesproken die hun huizen hebben verloren. In Pokhara besloten we om wat te gaan drinken in een duur uitziend hotel. Hier kwamen we een jongen tegen uit Slowakije. Uit nieuwsgierigheid vroeg ik hoeveel de kamers hier kosten. 150 euro tot 300 euro zei hij. Je moet je voorstellen dat dit hier in Nepal gigantische bedragen zijn. Je kunt al een kamer krijgen voor 4 euro per nacht. Voor 20 euro heb je een enorm luxe kamer. De jongen vertelde dat hij hulpverlener was en hier kwam om de mensen te helpen na de aardbeving. Echter voor het geld dat opgaat aan zijn overnachting, kun je hier in Nepal 470 kilo rijst per dag van kopen. Ik vraag me sterk af of het geld dat is gedoneerd na de aardbeving ook daadwerkelijk bij de mensen terecht komt die het nodig hebben.

De eerste rare witte toeristen in Bobang

Aangezien ons eerst plan van om naar Gorkha te gaan, waar het epicentrum van de aardbeving was, werd duidelijk dat we onze plannen moesten aanpassen. Omdat een deel van het land niet meer veilig was, besloten we om een deel van de Guerilla trek te gaan doen. Een trek door het westen van Nepal die pas 2 jaar bestaat. Wat was dat een geweldige ervaring. Na de toeristische gebieden, zagen we uiteindelijk het autenthieke Nepal. We verbleven op de meest simpele accomodaties met de meest vriendelijke mensen. Overal waar we heen kwamen werden we begroet door hordes kinderen, die alles wat we deden uiterest interessant vonden. Het was alsof we honderden jaren terug waren gegaan in de tijd. Hoewel de overheid wel is begonnen met het aanleggen van wegen en elektriciteit in dat gebied, hebben deze moderne ontwikkelingen nog niet alle dorpjes bereikt. Ook de natuur was schitterend. En wij waren de enigste toeristen die hier in hele lange tijd voorbij kwamen. Dit deed wel wonderen voor het leren van wat Nepalees, aangezien dat de enige manier was om te communiceren.

Hoe verder we liepen, hoe langer we werden aangestaard. Mensen waren werkelijk gefascineerd door onze rare witte uiterlijk en gekke kleren. Een klein meisje was zelfs van schrik gaan huilen. Op een gegeven moment besloten we om de bus te nemen. Hiervoor moesten we eerst naar Bobang lopen. Daar aangekomen, liep een grote stoet kinderen achter ons aan. Daar aangekomen bleek er geen bus te rijden. Ook geen jeep. Wij besloten om dan maar op zoek te gaan naar een hotel. Maar er was ook geen hotel. Opeens hoorden we geroep achter ons: “YOUR FRIENDS, YOUR FRIENDS”. We draaiden ons om en tot grote verbazing liepen daar twee blanke jongens. Ze bleken hier al zes maanden te zitten in het kader van een ontwikkelingsproject en waren net zo verbaasd om ons te zien als wij hen. ‘Wow, white people’, riepen ze verbaasd. Het bleek dat wij de eerste toeristen waren die ze in al die tijd hadden gezien. Ze nodigden ons uit om op de keukenvloer te slapen en leerden ons hoe we Dahl Bhat moesten koken. Voordat ze naar Nepal kwamen, konden ze nog geen ei koken. Nu zijn ze professionals in het koken van Dahl bhat: rijst met curry en linzen. Maar dat is geen wonder, aangezien ze, zoals het echte Nepalezen beaamt, twee keer per dag dahl bhat koken, en er al zo’n 150 op hebben zitten. Het was bewonderingswaardig hoe ze waren aangepast aan het leven daar. Ze sliepen op planken, gebruikten geen wc papier en wasten zich bij de rivier. Hoewel ze nog maar 19 jaar waren, hielden ze zich goed staande in het afgelegen bergdorpje.

Hobbelige wegen, uit elkaar vallende bus en de vriendelijkste nepalese familie in het land

De volgende dag moesten we nog 2,5 uur lopen voordat we op een plek aankwamen waar een bus reed. Volgens sommigen zou de bus om 9 uur vertrekken, volgens anderen om 11.00 uur of 14.00 uur. Hij vertrok uiteindelijk om 8 uur en we waren net op het nippertje aangekomen. We reden over de meest hobbelige weg die ik tot nu toe heb gezien. Bij elke bocht vlogen we een halve meter de lucht in. Opeens hoorde ik een knal. ‘Wat was dat?’, vroeg ik verschrikt. ‘Oh, gewoon de achterbank die naar beneden viel’, antwoorde Henk Erik nonchalant. Na een half uurtje stopten we opeens omdat de weg voor onze ogen verwoest werd door een graafmachine. ‘What the fuck?’ dachten we. Ik keek om me heen en zag tot mijn grote verbazing dat mijn medepassagiers rustig bleven kijken. Blijkbaar is dit de normaalste zaak van de wereld. De graafmachine was bezig met het graven van een nieuwe weg boven. Na een uurtje werden de grootste stenen opzij geschoven en konden we weer verder. Een half uurtje later bleken we een lekke band te hebben. In de tussentijd raakten we aan de praat met een nepalese familie en we werden uitgenodigd om vis te komen eten. Het was enorm gezellig. Ze vroegen ons hoe lang we getrouwd waren. Drie en een half jaar zeiden we, aangezien het hier raar is om als niet getrouwd stel samen te zijn. Toen we vertelden dat we geen kinderen hadden reageerde de man sipjes: ‘ I pray for you to have children soon’.

Eenmaal in de bus, realiseerde Henk Erik zich dat we ons water waren vergeten. ‘Tato, tato’, riep hij hard door de bus heen, denkend dat hij ‘water, water!’, riep in het nepalees en de bus uitrende. Iedereen staarde hem verbijsterd na. In plaats dat hij ‘pani, pani’, riep, wat dus water betekent, riep hij ‘heet, heet’.

Smog, vuilnisbelt in de achtertuin en tientallen kakkerlakken

Nu zijn we aangekomen in Tanzen, wat volgens een Zweeds stel een hele mooie plek schijnt te zijn. Ons zicht beperkt zich echter tot 10 meter, vanwege de smog. We zijn dezelfde dag nog verkast naar een ander hotel, toen in het eerste hotel tientallen kakkerlakken uit het bed en over de vloer kropen. Nu zitten we in een beter hotel en hebben we uitzicht op de plaatselijke vuilnisbelt. We gaan morgen maar verder reizen naar Bardia, een natuureservaat met tijgers en neushoorns.

Foto’s volgen als er weer beter internet is.

Groetjes,

Nevena

Reacties

Reacties

Vera

Divnna prica kao i uvijek! Mozda stavis i neku slikicu?

Floor Vermeer

Hey Nev, Lijkt me inderdaad ook echt moeilijk om mensen te kunnen helpen! Snap inderdaad dat je je afvraagt waar het geld naar toe gaat als het hotel al zo duur is! Ik ken zelf iemand die ook in Nepal op een schooltje vrijwilligerswerk gedaan heeft, ook zij hebben hard geld nodig en dit zal echt naar alleen hun toegaan. Dus als mensen nog geld willen over willen, lees het verhaal van Yvonne op https://yfbos.wordpress.com/2015/04/28/het-lang-gevreesde-drama-help-ogn/ ! Dan weet je zeker dat het goed terecht komt!

Je verhalen met de locals klinken echt super gaaf, Nev!

Groetjes,
Floor

henk

De aardbeving is echt een ramp voor het land geworden. Goed dat jullie medicijnen voor de bevolking hebben gekocht.
In Nederland is geld ingezameld, laten we hopen dat het grootste deel hiervan ook inderdaad bij de slachtoffers komt.

Leuk dat jullie zo,n leuke trek hebben gehad.
Veel plezier in Bardia. geniet van de tijgers, neushoorns en krokodillen.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!